Op 15 maart zijn de verkiezingen voor de Provinciale Staten. Net als na de Tweede Kamer verkiezingen en de gemeenteraadsverkiezingen beginnen de volgende dag alle rituelen om te komen tot een coalitie die de provincie mag besturen de komende 4 jaar.
Wie wil met wie en welke uitgestoken handen worden geaccepteerd. In de meeste provincies zal er een coalitie nodig zijn met minstens drie partijen maar misschien zelfs nog wel meer. Om in zo’n landschap een goed resultaat neer te zetten als onderhandelaar moet je van goeden huize komen.
In coalities is het onmogelijk om je eigen programma volledig uit te voeren. Het is dus zaak om, als onderhandelaar, de programma’s van de andere partijen nog beter te kennen dan je eigen programma. De zaken waar je achter kan staan of misschien wel deelt met een andere partij kan je makkelijk ‘weggeven’ in de onderhandeling.
Wat er dan nog overblijft is waar je hard je best voor doet. Als je het eerste deel (het gunnen aan de ander wat je zelf ook belangrijk vindt) goed hebt gedaan zullen de andere partijen jou ook dingen willen gunnen.
Los van de inhoudelijke onderwerpen speelt in de politiek (maar eigenlijk overal) ook de persoonlijke relatie een belangrijke rol in het succesvol afronden van coalitie-onderhandelingen. Heb je je de afgelopen jaren een betrouwbare partner getoond dan zal dat in je voordeel werken.
De aangewezen onderhandelaars ‘moeten’ dus én op zoek naar de gedeelde wensen tussen hun eigen partij en andere partijen én betrouwbaar zijn om succesvol te kunnen zijn in de coalitie-onderhandeling. Dus weten wat ‘de ander’ wil is mínstens zo belangrijk als wat je zelf wil om succesvol te onderhandelen na 15 maart.
Dit klinkt als een mooi doel voor een politicus!